‘Beachdog is dus gewoon John Coffey, maar dan met een andere band achter die zanger’, schreef Erik van den Berg recentelijk in een van z’n OORwoorden. Ik zou onze roerganger nooit tegen durven te spreken, maar ik doe het toch: behalve de kenmerkende schreeuwvocalen van frontman David Achter de Molen – inderdaad, ex-zanger van John Coffey – is Beachdog echt een andere band.
Op de meest punky momenten (beste nummer Dog en Fight Evil, Read Books) is de vergelijking snel gemaakt, maar verder mist Beachdog die extra versnelling die John Coffey wel had. Zelf noemen ze deze titelloze debuutplaat een combinatie van Foo Fighters en Soundgarden aan de ene kant en Touché Amoré en Turnstile aan de andere. Die eerste twee snap ik, naar de (post)hardcore van laatstgenoemden is het goed zoeken. Nummers als The Patient en het halverwege imploderende Beggar zijn ‘vette’ rocktracks, grungy en vol gitaarsolo’s. Lekker, al is de solo aan het einde van Milk wel erg over de top. Het enige waar Beachdog aan moet werken zijn de refreinen. De heren willen een ‘toegankelijke harde rockband voor een groot publiek’ zijn. En dan heb je sterke refreinen nodig. Voor nu is dit een debuut waar ze op voort kunnen bouwen, dat op momenten overdondert en dat vooral benieuwd maakt wat er nog meer in het vat zit. Want in één ding heeft de band gelijk: Nederland heeft behoefte aan een harde band als Beachdog.