De kleine Tim de Graeve (42) is een fingerpicking gitarist met een grote passie voor oerklanken uit de roots- en bluesmuziek van halverwege de vorige eeuw. De man met dat pure en goudeerlijke maar vrij lichte stemgeluid bezit een enorme drive om op de ouderwetse manier (lees: veel live spelen, in een vaak intieme clubsetting) steeds meer zieltjes te winnen, al is het één voor één.
Dat deed hij lang solo, maar de laatste jaren ook steeds meer met bevriende gelijkgestemden. Zoals voor veel muzikanten zal 2020 ook juist voor De Graeve een rampzalig jaar zijn geweest. Eind juni besloot hij twee dagen in The Yellow Tape-studio door te brengen voor de opnames van dit zesde studioalbum. In een basisopstelling, met uiteraard bas en drums voor de trage beats of een enkele zwoele boogie, maar ook met de oorspronkelijk uit de jazz afkomstige gitarist Toon Vlerick (tevens Absynthe Minded), die hem meesterlijk ondersteunt dan wel machtig tegenspel geeft. Vijf lange tracks als ware het nachtelijke jams en een heerlijke cover richting de oorsprong van deze muziek: Going Down South, oorspronkelijk van R.L. Burnside, maar hier nog eens fraai binnenstebuiten gekeerd.