Chromatische masturbatie, zo noemt een bevriende muziekwetenschapper de werkjes van Joep Beving altijd. Als dat zo is, dan is dit pianoalbum van Rimer London een slap aftreksel daarvan. Pun intended.
Veel te lachen valt er helaas niet. Je vraagt je vooral af wie dit heeft bedacht en wie het een goed idee vond om dit op een album te zetten. Wat is überhaupt de gedachte hierachter? Een gokje of het een incasher wordt of daadwerkelijk het idee dat dit de moeite van het beluisteren waard is? Niets ten nadele van Rimer London. Hij heeft zijn sporen verdiend, deed geweldig werk bij Comtron en LeLe, en ook zijn soloalbum uit 2011 is prima te pruimen. Aan hem ligt het niet, wel aan de persoon die meent dat gepingel op de piano een album waard is. What’s next, een verzamelalbum met stationspianospel? De nummers zijn niemendalletjes, naar verluidt gemaakt op brakke ochtenden. Spannend wordt het nergens. Misschien komt het nummer Six Packs in de buurt van een aardige soundtrack, maar de meeste nummers halen dat niveau zelfs niet. Het is voorspelbaar, ver binnen de lijntjes en – wanneer er op Wallow ook nog een soundscape onder wordt gezet – te zoet. Als ik behoefte heb aan iemand die in ochtendjas achter de piano zit, zet ik wel Solo Piano van Chilly Gonzales op. Daar gebeurt tenminste iets.