ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
Op Sometimes I Sit and Think, And Sometimes I Just Sit is de mix van garagerock en folkpop die ze op The Double EP liet horen, doorspekt met een aardige hoeveelheid broeierige blues. Bovendien klinken de nummers net wat strakker. Ze doen denken aan PJ Harvey, Liz Phair en Hole, waarbij dient te worden aangetekend dat de plaat wel degelijk hedendaags klinkt. Wat Barnetts liedjes zo sterk maakt, is dat ze schaamteloze eerlijkheid en daarmee kwetsbaarheid koppelt aan stoerheid met een stevige dosis humor en relativering. En dat schijnbaar achteloos lijkt te doen. Schijnbaar, want zowel haar teksten als haar muziek ademen ambitie en zelfbewustzijn van het gezonde soort. Daarbij schakelt Barnett soepel tussen ongenaakbaar scherp (Pedestrian At Best), prettig rammelend (Nobody Really Cares If You Don’t Go To The Party) en weemoedig breekbaar (Depreston). Met pas twee EP’s en een album op haar naam is Courtney Barnett nu al een artiest om rekening mee te houden. Dat is behalve buitengewoon knap ook geheel terecht.