Creatief brein en enig overgebleven oerlid Angus Andrew zal de boodschap niet graag horen, maar ik vermoed dat het Australisch-Amerikaanse Liars inmiddels een project is met meer verleden dan toekomst. The Apple Drop is album nummer tien en op de voorgaande negen hebben ze, in wisselende samenstellingen en opererend vanuit alle uithoeken van de wereld (Los Angeles, Berlijn, Sydney) zo’n beetje elke dwarse muzikale voorraadpot wel tot op de bodem leeggeschraapt.
Iedere plaat klonk weer volstrekt anders dan de vorige, klotsende waanzin en contemplatieve kalmte gingen voortdurend hand in hand en de lijst met afgevinkte genres werd op zeker moment zó lang dat het bijna komisch werd. ‘Een Liars-plaat die niet ongemakkelijk aanvoelt is een mislukte Liars-plaat’, schreef ik ten tijde van zevende album Mess (2014). Volgen we die gedachte, dan is The Apple Drop behoorlijk mislukt. Want écht ontregelend of zelfs maar verrassend klinkt Liars niet meer, eigenlijk al niet meer sinds het door Andrew in diepe Australische afzondering opgenomen TFCF (2017), waarop ‘intiem’ en ‘verfijnd’ de sleutelwoorden waren (al kon je dat natuurlijk óók verrassend noemen). Voor de overlevering: The Apple Drop, zwaarmoedig van toon en veelal slepend van tempo, is weer een soort-van-bandplaat (multi-instrumentalist Cameron Deyell en jazzdrummer Laurence Pike leverden bronmateriaal) die bovendien deels leunt op oude, nooit gebruikte songideeën. U begrijpt, in Liars-context is dat vooral slecht nieuws.