ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
Maar die stonden wel aan het podium gekleefd, tot het uiterste getergd en tegelijkertijd verlangend om nog verder meegezogen te worden in de overweldigende, loeiharde maalstroom die Michael Gira en de zijnen daar ontketenden. Swans beukte als twee neukende dinosaurussen, traag en toch opzwepend, opzettelijk lelijk en toch van een onverwachtse schoonheid, intens zonder een straaltje licht of een hapje lucht. Sindsdien heeft Gira de Swans-esthetiek enigszins opgerekt, waarbij hij soms naderde tot de ordinaire popsong. Na een lange periode van inactiviteit, waarbij hij best imponerend werk verzette als Angels Of Light, is Swans weer terug. En heel overtuigend ook. Sterker nog, The Seer (2012) en het nu verschenen To Be Kind, allebei dubbelaars, zijn welbeschouwd nog overweldigender dan wat Gira in zijn jongere jaren losbeukte. Dat komt omdat de boel enorm aan raffinement gewonnen heeft, zonder dat er een spoor van mildheid valt aan te treffen. Neem Bring The Sun/Toussaint l’Ouverture: een inferno van pakweg 33 minuten dat begint als een studie van de intense, verslavende werking van een strak aangehouden, doordringend hakkende monotonie. Dan breekt de pleuris los, neemt chaos de zaak over en vervliegt die übermonotone, slepende groove in een wervelwind van geluid, met een luidkeels roepende Gira. In het Spaans, alsof hij in tongen spreekt. Dat ex-slaaf Toussaint l’Ouverture begin negentiende eeuw de leiding had in de revolutie op Haïti is misschien nuttige kennis, net als het feit dat de toegesprokene in Just A Little Boy (For Chester Burnett) eigenlijk bluesicoon Howlin’ Wolf is. Dat is ook los van die opdracht (aan een belangrijke invloed, kennelijk) een opmerkelijk nummer: een haast teer klinkende, elektronische drone, een diep snijdende slidegitaar (aha!) en een declamerende Gira die zo halverwege zijn vertrouwde baritonregister verlaat om met een hoge, psychotisch klinkende stem tekeer te gaan, tegen de achtergrond van hysterisch gelach. Niet alle tien nummers (en dat op een dubbel-cd!) slaan je even hard in het gezicht, maar over de hele linie is dit geen plaat die zich zonder slag of stoot – of een verlichtend glaasje water tussendoor – laat consumeren. Zo’n hoekig vormgegeven ritueel als die zestien minuten van She Loves Us, man man man. Gira heeft hier bovendien een ijzersterk muzikantencohort achter zich. Daarmee is Swans dwingender, ontzagwekkender en schitterender dan ooit. JACOB HAAGSMA