achtergrond

Post Malone: de hiphopplunderaar

Post Malone – charlatan, paljas, hiphopplunderaar, hokjesgeestkiller of stem van de streaming generatie? Misschien wel allemaal tegelijk. Zeker is: op 25 en 26 februari staat de 23-jarige Texaan (echte naam: Austin Richard Post) met z’n kop vol tatoeages in de Ziggo Dome. Doornenkroon op zijn voorhoofd, als kers op de taart. Een onafscheidelijk bierblikje in de knuist. De kontzak uitpuilend van hits en streaming records. Als onderdeel van een Europese tournee die volgens The Guardian – wij zeggen het na – de gedaante van een triomftocht zal aannemen. En dat maakt een hele hoop mensen behoorlijk kwaad. Ze zouden kunnen denken: eindelijk weer eens een grote jonge artiest die het muziek-establishment substantieel op de kast jaagt. Maar ze vinden iets anders: ‘one hit wonder, culture vulture, piece of shit’.

De gedachten gaan toch uit naar wat Jim Morrison van The Doors ooit zong in Back Door Man, de tekst is overigens van Willie Dixon: ‘The men don’t know, but the little girls understand’. Vervang dat ‘little girls’ maar door ‘jongeren van nu’ en zie dat ‘the men’ maar als paraplubegrip voor serieuze ‘volwassen’ muziekliefhebbers, zeg maar van boven de twintig, inclusief vrijwel iedereen op het westelijk halfrond die wel eens een album recenseert. En zeker Post Malone’s tweede, het vorig jaar verschenen Beerbongs & Bentleys. Die plaat haalde het bloed onder de nagels van de critici vandaan, maar bleef aan de lopende band records breken op Spotify en belandde in vele landen – de VS, Groot-Brittannië, Nederland volgde enthousiast – op nummer 1 van de albumlijsten.

Als je de records van Post Malone begint op te sommen, blijf je aan de gang. Zo stonden van hem in mei 2018 negen nummers tegelijkertijd in de Billboard Hot 100, waarmee hij een eeuwenoud record van The Beatles uit 1964 verpulverde. Mei 2018 verbrak hij nog een ander record, dat van meeste Top 40-hits in diezelfde Hot 100: veertien stuks.

Nog maar een wapenfeitje. Nooit eerder werd in de VS een album zó vaak op Spotify gestreamd op de dag van release als Beerbongs & Bentleys. Mondiaal gezien staat Post Malone onder Drake, maar boven de in juni 2018 vermoorde XXXTentacion, op nummer 2 van het klassement van meest gestreamde artiesten van 2018. Ter wereld dus. Saillant: dat zijn drie Amerikaanse rappers, waar diezelfde lijst in 2017 met Ed Sheeran en Coldplay meer Britse en minder hiphopaccenten kende. Opmerkelijke weerslag van America First en Brexit aan het mondiale hitlijstenfront. Maar let wel: Post Malone een rapper noemen, dat ligt wat problematisch. Vindt ie ook zelf. En niet alleen omdat hij eigenlijk beter zingt dan rapt.

Maar wat een zegetocht! En dat voor iemand die unaniem door de critici voor een idioot wordt versleten. Alhoewel, Pitchfork – strenge hoeder van de goede smaak – begint inmiddels toch enige tekenen van wankelmoedigheid te vertonen, getuige het afgelopen zomer geposte betoog Learning To Love Post Malone. Ondertitel: ‘Of hij nu zingt over schrijnend liefdesverdriet of over beautiful boobies, de feestmuziek van de popster werkt wonderlijk aanstekelijk.’ Dat is andere koek dan hoe Pitchfork de albums van Post Malone bij hun release in een wurggreep nam. December 2016 werd debuut Stoney nog beoordeeld met een schampere 4.5. ‘Post Malone brengt een 68 minuten durend album uit dat exact aantoont waarom hij nooit de kans had mogen krijgen om een 68 minuten durend album uit te brengen.’

Mei 2018 scoorde Beerbongs & Bentleys zowaar een 5.6. De facto al even schamper: ‘Het tweede album van de crossover-ster bevat een paar onbetwistbare pophits, maar Post Malone’s eenzijdige, bittere sfeer is dunnetjes en verveelt op den duur.’ De zuurgraad van die recensies stond in sterk contrast met Post Malone’s stijgende populariteit. Die rijst inmiddels dus de pan uit.

Maar in Pitchforks stoomcursus Hoe Leer Je Van Post Malone houden tref je dus (genoeg?) aanknopingspunten om de melaatse Malone alsnog in je hart te sluiten, ook als je niet tot het klootjesvolk behoort. Zo is er de vergelijking – en die snijdt hout – met Sublime, de boven elke indietwijfel verheven Californische skapunkcrossoverband van de jong gestorven Bradley Nowell. ‘Post Malone en Nowell zijn spirituele neven. Net als Nowell en zijn studentikoze reggaeschatjes heeft Post een neusje voor de muziek van andere culturen en weinig belangstelling voor hoe hij daar zelf in past. Net als Nowell is hij vaak lomp en onuitstaanbaar, zowel op plaat als daarbuiten. En net als Nowell heeft hij een gave voor melodie die uitstijgt boven al zijn overduidelijke tekortkomingen en een rauwe, flexibele stem, die zijn muziek in allerlei verrassende richtingen stuurt.’ Dat laatste is flauwekul. De muziek van Post Malone gaat echt niet verschillende kanten op. Maar de rest klopt.

Die stem bijvoorbeeld, met zo’n rare trilling (door hemzelf omschreven als ‘iets geitachtigs dat ik met mijn keel doe’), is helemaal niet verkeerd, ook niet als hij er de autotune op zet (alweer zoiets waar de oudere liefhebber jeuk van krijgt). Die stem is beter dan die van Mac DeMarco, die wel een indieheld is maar vaak een vergelijkbare, nihilistische goofiness tentoonspreidt, en van wie de slacker-attitude onbetwist charmant bevonden wordt. Hij mag de simpele idioot uithangen van dezelfde mensen die Post Malone uitkotsen. Wat bij hem oprecht is, vinden ze bij Post Malone een leugen. Hoe selectief kun je zijn?

Maar wacht, ben ik nu hetzelfde aan het doen als Pitchfork? Post Malone credibility verlenen in de hoop dat mensen die nooit naar hem hebben geluisterd dat alsnog gaan doen? Hem acceptabel maken voor Groen Links-stemmende Thom Yorke-fans? Onbegonnen werk natuurlijk! In streamingland, waar koning Malone zijn doornenkroon draagt, doe je er goed aan om sowieso niet te veel aan credibility te tillen. Zijn onderdanen interesseert dat geen biet. De eerste die dat goed begrepen heeft is Post Malone zelf.

Dat gezegd hebbende, hij heeft wel degelijk Johnny Cash, John Lennon, Elvis Presley, Kurt Cobain, Bob Dylan en rapper Lil Peep op arm en vingers getatoeëerd. Maar ook het Second Amendment, dat Amerikanen het recht geeft wapens te dragen. Met de inkt op zijn gezicht begint het trouwens wat uit de hand te lopen. De aansporing stay away in sierlijke krulletters boven zijn wenkbrauw, boven aan de wang een smiley, een Playboy Bunny en een dolk, always tired onder beide ogen – het is langzamerhand wat veel van het goede. Het loopt de spuigaten uit. Om over zijn hals maar te zwijgen.

Dat tatoeëren van muzikale helden (‘Zonder hen zou ik geen muziek maken’) zal oprecht bedoeld zijn, maar is bij hem eerder mallotig en opportunistisch. Je gaat hem er niet serieuzer door nemen. In de muziek van Post Malone schijt de duivel op de grote hoop. Andere ingrediënten: 50 Cent en Bob Marley, ook helden van hem. Kanye West (Malone werkte mee aan diens The Life Of Pablo), Justin Bieber (‘een goede vriend’, door hem ging hij aan de tatoeages) en Nicki Minaj (weergaloos in Ball With Me). Maar ook rapper 21 Savage (uit Atlanta, vervaarlijk straatverleden, ex-lid van The Bloods) en Ty Dolla $ign (uit LA, 2 Pac-, Rawkus- en Prince-fan, maakt en produceert decadent-stoere clubtracks). De hele bliksemse zooi in een grote pot en roeren maar! Post Malone is zo stijlvast als Frans Bauer erudiet is. Hij lengt de prut lekker aan met vette beats uit de southern hiphopvariant die trap heet. Zo komt hij tot de muziek die ‘Chef’ Malone het streamende volkje opdient. ‘Op een of andere manier is deze gast precies wat de mensen willen in het streamingtijdperk’, slaat Tom Breihan van indieblog Stereogum de spijker op de kop.

Van het folk-hiphop-r&b-rock-reggae-brouwsel van Post Malone, niet vrij van een zekere melancholie en lichte lamlendigheid, gaat een bedwelmende werking uit. Het zendt een weldadige warme sensatie naar de hersenen. Everybody must get stoned. Precies zoals Ome Bob – de oude man op Post Malone’s biceps – ooit zong, merkt publiciste Lindsay Zoladz snedig op in The Ringer. Die stonede kwaliteit is precies wat ik er zo onweerstaanbaar aan vind. Voor de muziek van Post Malone geldt wat Bruce Springsteen over antidepressiva zei: ‘Geef me meer, geef me meer.’
Post Malone activeert het verslavings-gen. Als je zijn albums van a tot z draait, raak je in een trance. Ongeacht welke track van Post Malone voorbijkomt in een playlist, er gaat hetzelfde effect van uit, maar dan in gecondenseerde vorm. Dat verklaart waarom critici (alerte sukkels) in slaap vallen bij zijn albums, maar ook waarom zoveel afzonderlijke tracks van hem streaming hits zijn. Elk nummer is muzikaal min of meer een variatie op hetzelfde thema. Elk nummer is een pil.

Wat natuurlijk ook niet helpt is dat hij niet al te slim overkomt. Hebben we het al over zijn beugelbek gehad? De clowneske mond vol gouden, soms ook roze grills? Of zijn vlechtjes, zogenaamde cornrows, die bij een blanke rapper als een tang op een varken slaan? Zijn domste uitspraak – lachen, gieren, brullen – deed hij in 2017 in een interview met NewOnce: ‘Als je teksten wil horen die je aan het huilen maken of laten nadenken over het leven, luister dan niet naar hiphop. In dat geval luister ik naar Bob Dylan. Als ik lol wil hebben en in een positieve bui wil blijven, luister ik naar hiphop. Want dat is leuk. Hiphop is belangrijk, omdat het mensen op een mooie, vrolijke manier bij elkaar brengt.’

Nog zo’n gotspe die oprispte vanachter zijn gekleurde fietsenrek en waarmee hij geen vrienden maakte: ‘Moderne hiphop mist artiesten die het over the real shit hebben.’ In juni 2016, toen hij aan zijn opmars begonnen was, dacht hiphopmagazine XXL dat er wel een mooi verhaal in hem zat, maar hoofdredactrice Vanessa Satten ving bot. Vanuit zijn kamp kreeg ze te horen dat hij hiphop niet erg volgde en ‘meer een rock-, pop- en countrykant opging’. Dat ontkende hij later, net zoals hij zijn aan NewOnce gedane opmerkingen later nuanceerde. ‘Ik probeerde te zeggen dat op een enkele artiest na iedereen the same shit brengt, ze zeggen niks bijzonder betekenisvols. Ik ben 23 jaar oud, ik heb nog niet genoeg levenservaring om iets betekenisvols mee te delen. Ik zing gewoon over wat ik meemaak in mijn leven.’

In het interbellum tussen Stoney en Beerbongs & Bentleys: ‘Veel mensen zeggen dat ik niet van hiphop houd of dat ik misbruik maak van hiphop. Mijn laatste hiphopalbum was fuckin’ hiphop. Mijn volgende hiphopalbum is fuckin’ hiphop. Ik ben dol op hiphop. Ik maak hiphop. Ik wil dat genre zó ver oprekken dat mensen die er niet naar luisteren dat wel gaan doen.’ Je kunt veel over hem zeggen, maar in die missie lijkt hij zeker geslaagd.

Een liefdesverklaring voor de eeuwigheid is het niet. Op zijn veertigste, weet hij nu al, is hij countryzanger. ‘Dat zit in het vat.’ Hij vindt het ook een heel gedoe om een blanke rapper te zijn. ‘Ik wil geen rapper zijn. Ik wil gewoon iemand zijn die muziek maakt.’ Het succes van Post Malone zorgt voor scheve ogen in de hiphopscene. ‘Blanke rapper tegen wil en dank’, ‘countryzanger in spe’, ‘plunderaar van een subcultuur’, ‘stuk nihilistisch onbenul’, ‘rijkeluisjoch met z’n white privilege, die sowieso al veel meer aandacht krijgt dan zijn magere talent verdient’… Hij oogst meer succes dan bonafide creatieve (en politieke) Afro-Amerikaanse krachten als bijvoorbeeld Kendrick Lamar of Vince Staples. In oktober 2017 twittert de Californische rapper Lil B: ‘Post Malone verandert langzaam in een white dude! Nog een paar jaar en hij is helemaal into country en haat zwarten.’ Post Malone is, kortom, de zoveelste in een lange rij blanke artiesten (te beginnen bij Elvis) die met een verwaterde versie van Afro-Amerikaans cultureel erfgoed een grotere ster wordt dan een Afro-Amerikaan lijkt te kunnen worden. Dat steekt.

Denk ervan wat je wilt, maar Post Malone draait het argument doodleuk om. Reverse racism. Juist hij wordt gediscrimineerd, zijn blanke huid wordt ‘tegen hem gebruikt’. En zoals de Afro-Amerikaanse gemeenschap haar punt heeft (ze hebben hierin natuurlijk gelijk), heeft hij het zijne. De ‘authenticiteit’ waarmee de Amerikaanse hiphop een stevige hang-up heeft, is voor een blanke middle class kid uit Texas – zijn vader werkt nota bene bij de Dallas Cowboys – sowieso een onhaalbare kaart. Waarom überhaupt een poging doen daarnaar te streven? Tegelijkertijd komt niet uit de lucht vallen dat hij ook wel eens de Donald Trump van de hiphop wordt genoemd. Bedenker van deze twijfelachtige eretitel is Rob Stevenson, een van de directeuren van zijn platenlabel Republic: ‘Voorvallen die de carrière van Post Malone hadden moeten ruïneren, maakten hem alleen maar groter.’

Alsof je een wapencatalogus doorbladert, zo lezen sommige passages uit de verslagen van journalisten die op bezoek gaan bij Post Malone thuis. Hij heeft een optrek in Noord-Utah, 1200 vierkante meter ter waarde van drie miljoen dollar. En een in Tarzana, een wijk in Los Angeles. Wat moet hij met wat hij hen daar allemaal trots laat zien? Die M14, Walther PPK, .44 Desert Eagle, M1911 Pistol, Cobalt AR-15? Die met goud beslagen Glocks? Die FN Five-Seven of pump-action Mossberg shotgun? ‘Lekker praktisch voor zelfverdediging’, babbelt Malone. Hij heeft immers veel waardevol spul in huis. Een extravagante verzameling loafers bijvoorbeeld, instappers. De duurste daarvan (1700 dollar) zijn van het merk Louboutin. ‘Loubi for ever’ staat erop gebreid. Vindt ie zelf een ‘super-ignorant’ model. We spreken hem niet tegen.

Hij heeft ook vaak vrienden over de vloer. Wie zou er in zijn situatie niet veel vrienden hebben? Voor je het weet komt zo’n shotgun goed van pas. Enthousiast: ‘Ik ben dol op schieten. Het voelt als pure dronkenschap, net alsof je op een zandzak inbeukt om stoom af te blazen.’

Een en ander doet je vermoeden dat hij in het Trump-kamp moet worden ingedeeld, maar dat toch liever niet. O, hij had zeker geen nee gezegd als hij was uitgenodigd om op te treden bij de inauguratie van Trump, maar hij heeft weinig met hem op. Post Malone vindt Bernie Sanders een geschiktere peer. ‘De wereld gaat naar de klote, ze pikken ons onze rechten af. Er gebeuren shitty dingen in het Witte Huis. Maar het is niet alleen Trump. Er is iets op handen!’ Hij is verzot op complottheorieën. In een ander interview: ‘De grootste leugen is de Amerikaanse regering, een fucking reality show.’

Zo dom is hij trouwens ook weer niet. Hij is eigenlijk een bijzonder voortvarend ventje. En vooral een kind van zijn tijd. Hij wordt geboren als Austin Post op 4 juli 1995 en groeit op in Syracuse (New York) en Grapevine, een suburb van Dallas. Zijn vader Rich Post werkt dus bij de Dallas Cowboys, maar is ook dj op trouwerijen (alle genres). Zoonlief leert gitaar spelen door Guitar Hero te spelen en weet al op zijn twaalfde dat hij muzikant wil worden. Hij zit in metal- en hardcorepunkbands, maar speelt ook akoestisch (o.a. covers van Bob Dylan) onder de naam Austin Richard. Geestig: in 2010 doet hij auditie bij de band Crown The Empire, maar wordt afgewezen omdat zijn snaren tijdens de auditie breken. Rond zijn veertiende of vijftiende ‘bedenkt’ hij – met behulp van een online rapnamengenerator – zijn artiestennaam Post Malone. Hij rapt en maakt beats met het digitale opnameprogramma Audacity. Vervolgens distribueert hij zijn eerste mixtape Young And After Them Riches op zijn middelbare school, waar hij door zijn medeleerlingen wordt uitverkoren als Most Likely To Become Famous. Overigens meer vanwege zijn excentriciteit dan omdat hij zo populair is bij zijn klasgenoten. Hij werkt daarna bij Chicken Express. Ook brengt hij als Leon DeChino een satirische muziekvideo uit, Why Don’t You Love Me. Dan is hij al zo goofy, getuige zijn maffe dansjes in een strak onderbroekje.

Na het afmaken van zijn middelbare school reist hij zijn vriend Jason Probst achterna naar Californië. Deze heeft online een zekere bekendheid verworven door video’s te streamen waarop hij en vrienden grappen maken terwijl ze Minecraft spelen. Zo belandt Post in een huis vol gamers en YouTubers in Encino, een wijk in Los Angeles. Terwijl zij hun Minecraft-sessies streamen, speelt hij gitaar en zingt liedjes van Queen en Frank Sinatra. Hij hoopt op een doorbraak, hij zit nu dicht bij het vuur: de muziekindustrie van Los Angeles.

Genoeg gechilled. ‘Ik moest zorgen dat het ging lukken. Het was dát of Chicken Express.’ Met een vlotte babbel weet hij gratis tijd in een studio te krijgen, waar producer FKi 1st wel wat tracks met hem wil opnemen. Een daarvan is White Iverson. Als hij die op Soundcloud zet, begint de bal te rollen. Die avond, 4 februari 2015, gaat hij anoniem en straatarm naar bed. De volgende dag is hij een beroemdheid in spe. Wiz Khalifa en Mac Miller twitteren hun bewondering. Kanye West en Rick Rubin nodigen hem uit mee te doen in de studio. Hij krijgt het contract bij die grote platenmaatschappij dat hij altijd zo had begeerd. Justin Bieber vraagt hem in zijn voorprogramma. Niet dat het makkelijk is geweest. ‘Het was een super duistere tijd toen ik in Encino aankwam. Ik sliep in een kast, ik had geen rooie cent, ik moest bij mijn vrienden muntjes bij elkaar schrapen om sigaretten te kopen, of een grammetje pillen. Het was een ongelofelijke shittijd.’

White Iverson is ook omstreden. Het nummer is vernoemd naar de legendarische (zwarte) basketbalspeler Allen Iverson, bekend om zijn onverzettelijkheid en keiharde werken. Post Malone was op het idee gekomen voor de tekst toen hij zijn haar net zo wilde laten vlechten als de basketballer. Velen vonden het een beetje belachelijk dat een blanke tiener het deed voorkomen alsof de tegenslagen die hij had moeten overwinnen hem het recht gaven zichzelf een ‘witte Iverson’ te noemen. Alsof Jett Rebel zichzelf op zijn eerste solosingletje tot blanke Edgar Davids had uitgeroepen. Tegelijkertijd klinkt White Iverson op een of andere manier ook een beetje droevig. De maker zelf: ‘Ik ben altijd eenzaam geweest, altijd bang. Groot brein, veel gepieker.’

De kleinzoon van Bob Dylan is fan van Post Malone. Hij liet zijn grootvader diens debuut Stoney horen. ‘Bob vond de muziek goed, maar hij zei dat ik wel wat hulp kon gebruiken bij de teksten.’ Heerlijk ontwapenend, zo’n reactie. Toch komt Post Malone veel diepgravender uit de hoek dan zijn critici beweren. Zijn muziek gaat over jong zijn in deze tijd. Hoe moeilijk dat is. ‘Wij jonge mensen zijn bezig aan een fuckin’ ride. Door factoren waarover we geen controle hebben is onze toekomst grimmiger dan ooit. Je kunt nog zo feesten, nog zo leven als een rockster, uiteindelijk word je er niet gelukkig van.’ Dat is het thema van Rockstar: ‘I’ve been fucking hoes and poppin’ pillies / Man I feel just like a rock star-ar-ar.’

Dit is het thema van Post Malone: het hedonisme, de meest aantrekkelijke vluchtweg, leidt tot niets, maar heb je als 23-jarige een beter alternatief? Alleen humorloze fatsoensrakkers hebben geen oog voor de vileine manier waarop hij van binnenuit de ballon van zijn eigen leegte en die van zijn feestgenoten doorprikt. Lou Reed deed dat ooit precies zo. ‘Threw a TV out the window of the Montage / Cocaine on the table, liquor pourin’, don’t give a damn / Dude, your girlfriend is a groupie, she just tryna get in / Sayin’ I’m with the band’ (Rockstar)

De zelfspot druipt af van een zin als ‘Wanna fuck? I’m almost famous’ in Git Wit U. Idem dito bij het al eerder vermelde ‘I ain’t even seen the face, but she got beautiful boobies’ uit Spoil My Night, waar Post Malone zogenaamd zijn assistenten vraagt om hem een bepaalde vrouw af te leveren. Jeugdig bravado. Tegelijkertijd neemt hij het oppervlakkige partyleven in de zeik. Wat hij zogenaamd propageert en verheerlijkt, bespot en ontmaskert hij net zo hard. Uiteindelijk word je er alleen maar Paranoid van. Of in zijn eigen geval: Rich & Sad.

De moraal van het verhaal, want die is er bij Post Malone wel degelijk, is dat al dat ‘fucking hoes’ en ‘poppin’ pillies’, al die dollars, al die roem, al die Same Bitches, geen moer voorstellen vergeleken bij die ene persoon van wie je echt houdt. ‘One hundred models I could follow all the way to hell and back / But they can’t replace you’ (Otherside). Wat dat betreft is het wel zorgelijk dat Ashley Diaz, zijn vriendin en maatje met wie hij de laatste drie jaar een knipperlichtrelatie had, hem afgelopen november nu dan echt verlaten lijkt te hebben.

In Better Now lijkt hij al een voorschot op de break te hebben genomen: ‘You probably think that you are better now, better now / You only say that ‘cause I’m not around, not around / You know I never meant to let you down, let you down / Woulda gave you anything, woulda gave you everything.’ Zo eist het sterrendom toch altijd weer zijn tol. Ook als je Post Malone bent, so post alone.

Beerbongs & Bentleys is vorig jaar verschenen.

POST MALONE: 25 & 26 feb Ziggo Dome, Amsterdam | 11 mrt Sportpaleis, Antwerpen (B)

Deel dit artikel

Meest gelezen artikelen

Gratis vinyl bij een abonnement op <span class="oor">OOR</span> (vanaf 36 euro)!
abo-actie

Gratis vinyl bij een abonnement op OOR (vanaf 36 euro)!

OOR deelt uit! Neem een halfjaar- of jaarabonnement op OOR en kies je vinyl. Met nieuwe lp's van Pearl, English ...
The Tortured Poets Department
pop
Taylor Swift

The Tortured Poets Department

OOR-collega Thomas Snoeijs noemde Taylor Swift onlangs ‘de grote winnaar van de wereldwijde aandachtseconomie’. Een betere omschrijving van de Amerikaanse ...
Keane in AFAS Live: heel veel vrees, erg weinig hoop
concert

Keane in AFAS Live: heel veel vrees, erg weinig hoop

Naast me zit iemand gebiologeerd ieder cameraperspectief in en rondom zijn huis te bekijken. Hij ziet er niet bepaald uit ...

Post Malone: de hiphopplunderaar