ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
Het geheim zit ‘m in de – minimale – variatie en spanningsbogen in de liedjes, waardoor de platen niet onderling inwisselbaar worden. Op hun best zijn ze als ze geregeld hun tanden laten zien. Daar schort het enigszins aan op Hardcore Will Never Die, But You Will, ondanks de experimenteerdrift in Mexican Grand Prix, tevens het enige nummer waarop vocalen te horen zijn en toetsen de boventonen voeren. Mogwai’s zevende is een van hun meest ingetogen platen en sluit daarmee aan op Happy Songs For Happy People (2003). Op sommige momenten (White Noise, Death Rays, Too Raging To Cheers) klinken ze zelfs als Sigur Ros en dat doen de IJslanders zelf toch echt beter. Live zit het bloed straks wél weer aan de paal. JASPER VAN VUGT