ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
De ruimterage en Kubricks film in het bijzonder inspireerden hem tot Space Oddity, een liedje over een suïcidale ruimtevaarder die tijdens zijn ruimtewandeling besluit niet meer naar de aarde terug te keren en het heelal in te zweven. Een novelty-nummer dat hem eindelijk een hitje bezorgde. Dat dit het begin markeerde van een van de succesrijkste popcarrières van de jaren zeventig kon niemand nog bevroeden. Wel liep het album David Bowie (later opnieuw uitgebracht als Space Oddity) veel meer synchroon met de popmuziek van dat moment dan de orkestplaat die hij twee jaar daarvoor had gemaakt en waarop hij zichzelf neerzette als een jonge Frank Sinatra. David Bowie was een echte singer-songwriterplaat, een beetje in de trant van Neil Youngs eerste album. Liedjes die duidelijk tot stand gekomen waren op de (twaalfsnarige) akoestische gitaar, maar wel op een rockmanier werden gespeeld. Hoewel het album nergens het niveau benaderde van zijn latere succesplaten, lieten Cygnet Committee en Janine al voorzichtig het latere succesgeluid horen. Producer Tony Visconti, toetsenist Rick Wakeman (toen nog niet bekend van Yes) en bassist Herbie Flowers (de man van de basriff van Lou Reeds Walk On The Wild Side) zouden op latere platen ook terugkeren. Niet meer dan een voorstudie dus, hoewel het titelnummer en ook Letter To Hermione en Memory of A Free Festival in hun context opvallende nummers zijn. De tweede cd van deze heruitgave bevat de nodige curiosa uit deze periode: de single The Prettiest Star, enkele BBC-radiosessies en natuurlijk de demo en de Italiaanse versie van het enige echt goede nummer op de plaat, Space Oddity. JAN VAN DER PLAS