Een mokerslag. Eentje waarvan je versuft van in een hoekje blijft liggen. Stage Four van Touché Amoré is zo’n zeldzaam album dat je verward achterlaat, dat je telkens opnieuw wilt draaien en waarin je telkens nieuwe dingen ontdekt . . .
ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
Op elf nummers zingt en schreeuwt frontman Jeremy Bolm alle pijn, woede en frustratie die in hem zat na de dood van zijn moeder van zich af. Van het vragen om vergiffenis tot het opruimen van haar huis. Van het niet kunnen luisteren naar bepaalde nummers tot de eeuwige waarom-vraag in Displacement: ‘You died at 69 with a body full of cancer / I asked your god how could you but never heard an answer / No one saw it coming, the diagnosis of stage four / The bravest woman I know that survived it once before’. Echt, het kippenvel stond nog nooit zo dik op m’n armen. Even later zijn er zelfs tranen, als Bolm in Eight Seconds vertelt over het moment dat hij hoorde dat z’n moeder was overleden, kort na een optreden: ‘She passed away about an hour ago / While you were onstage living the dream’. Dat Touché Amoré van zo’n zwaar en persoonlijk onderwerp zo’n fantastische plaat heeft gemaakt, is het beste eerbetoon aan zijn moeder denkbaar. Want opnieuw verkent de band nieuwe terreinen, schuiven ze muzikaal voorzichtig op van de ziedende screamo van weleer richting indie- en artpunk en horen we Bolm zelfs echt zingen. En verstilde afsluiter Skyscraper, over een trip die de zanger met zijn moeder maakte naar New York vlak voor haar dood, laat een band horen die verder durft te kijken dan het eigen, soms benauwde genre. Hoe beladen dit album ook mag zijn, ergens is Stage Four opbeurend en op momenten zelfs licht. Touché Amoré is de beste band ter wereld. Serieus.