Bob Marley was de eerste niet-westerse superster. Nu is hij de eerste niet-westerse muzikant met een biopic, Bob Marley: One Love. Het is geen portret van een heilige. De reggaeheld kon ook een jaloerse macho zijn.
Op 5 december 1976 viert Nederland Sinterklaas en staat Bob Marley op een podium in het National Heroes Park in Kingston, Jamaica. Twee dagen daarvoor is hij in zijn huis neergeschoten door huurmoordenaars en zijn lijf toont bloedende wonden op borst en arm – stigmata. Is Bob Marley een Christus figuur?
Zo stelt de Amerikaanse regisseur Reinoldo Marcus Green het voor in Bob Marley: One Love, zijn speelfilm over de grootste ster die de niet-westerse popmuziek – tot nu althans – heeft opgeleverd. Biopics van muzikanten zijn een gekende manier om sterren van toen te introduceren bij een nieuwe generatie. Daar doen niet alleen de erven hun voordeel mee.
Bob Marley: One Love vangt de zestien maanden dat Bob Marley en diens gevolg in Londen verbleven, weg van het politieke geweld dat Jamaica midden jaren zeventig teisterde en de zanger (vertolkt door Kingsley Ben-Adir), zijn vrouw Rita (Lashana Lynch) en manager Don Taylor (Anthony Welsh) bijna het leven had gekost.Â
In Londen nam Marley de albums op die hem van reggaevernieuwer deden uitgroeien tot muziekheld van de eerste én de derde wereld, de Elvis Presley van de niet-westerse pop. Exodus (1977) en het gelijktijdig opgenomen Kaya (1978) bieden lui-ontspannen klanken die reggae ver buiten zijn Jamaicaanse roots bracht, muzikaal en qua publiek.
Het titelnummer zorgde voor Marley’s eerste succes in Amerika, Jamming werd in 1977 en in 1987 een hit, en van Three Little Birds wordt de Johan Cruyff Arena nog wekelijks vrolijk.
Geëngageerd en realistisch
In Bob Marley: One Love zit die episode gevangen tussen twee historische concerten. Het Smile Jamaica evenement van 5 december 1976 was bedoeld om de spanning tussen twee rivaliserende politieke groepen te verminderen; het werd de reden waarom de zanger de zon van Jamaica verruilde voor de mist van Londen. Het One Love Peace Concert van 22 april 1978 in het National Stadium in Kingston bracht de politieke opponenten letterlijk tot elkaar; het gebeurde tijdens Jamming.
De film vertelt die verhaallijn niet-lineair, want doorsneden met flashbacks die Marley’s jeugd en vriendschap met zijn latere vrouw Rita, zijn eerste stappen met The Wailers en ontdekking door producer Coxone Dodd verbeelden. De scène waarin ze Simmer Down, hun eerste hit uit 1964, opnemen is aanstekelijk.
Regisseur Marcus Green regisseerde de geëngageerde en zeer realistische tv-series We Own This City (over corrupte agenten in Baltimore) en Top Boy (over drugdealers in Londen) en blijkt een rake keus van producers Brad Pitt en Rita, Ziggy en Cedella Marley voor dit docu-drama over ‘s werelds eerste en grootste reggae ster.
Hoeksteen
Marcus Green mengt historisch realisme met droomscènes en metafysische voorstellingen van vuur of Marley’s vervreemde witte vader als Haile Selassie te paard. Het achteloze racisme van de Londense politie, Chris Blackwell (James Norton) als platenbaas van het Island-label, de voetbalpartijtjes in het park die Marley zijn dodelijk gebleken blessure aan de grote teen opleverde, de concerten in het Rainbow theater, de interactie met de muzikanten – het is accuraat en levensecht. Jammer dat de ontmoeting ontbreekt tussen Bob Marley en Don Letts, de man die punks en rasta’s samenbracht.
Al leren we weinig over Marley’s jeugd en voorgeschiedenis, Marcus Green heeft een goed oog voor wat de held van zijn film dreef: hij was een rasta, een aanhanger van het pan-Afrikaanse geloof dat de Ethiopische keizer Haile Selassie de incarnatie van God was. Rasta’s waren outcasts, geminacht door alle partijen. Bob Marley was een buitenstaander die verzoening preekte. In zijn eigen Bijbelse woorden: ‘de afgewezen steen wordt een hoeksteen’.
Wie anno 2024 door Brixton, Peckham of Lewisham loopt, Londense wijken met een aanzienlijk contingent Jamaicanen, hoort uit iedere winkel, koffieshop en restaurant reggae of een variant daarop klinken. Muziek verbroedert en reggae is universeel. We zijn Bob Marley erkentelijk en deze film is een bescheiden, maar gegronde dankbetuiging.
En vele malen overtuigender dan recente biopics over Freddie Mercury en Elvis Presley. Een wereld die dagelijks meer verdeeld raakt, kan de boodschap van One Love goed gebruiken. Babylon baaad, man.
Bob Marley: One Love draait vanaf 15 februari in de bioscoop.