concert

Pinkpop dag 3: geef mij je angst

Tja, zo is het alweer maandag, en dat ook nog eens op de oude, vaste Tweede Pinksterdag. Traditioneel gezien de échte Pinkpop – sinds het festival een paar jaar geleden volop driedaags ging hangt die sfeer ook nog altijd over dit laatste deel van het drieluik. Het is in 2017 ieder geval de dag met het meeste gewicht: de zaterdag ligt inmiddels in een ver verleden, gisteren kregen we de vorm terug, vandaag ook de inhoud. Voor het eerst worden we, het hoofd brekend over het blokkenschema, met echte keuzes geconfronteerd. Wie willen we allemaal zien? Nee, wie kúnnen we allemaal zien? Wij hebben er in ieder geval zin in, evenals de 43.000 bezoekers van vandaag. Voor de organisatie niet zo’n lekker aantal, voor de festivalganger des te meer: de velden voor de podia ogen tijdens de optredens gewoon vol, de faciliteiten zijn allemaal zonder ellebogenwerk bereikbaar en met een graad of 23 is het terrein gezellig druk en toch overzichtelijk. Let’s go make some memories!

Aan ‘memorabel’ doet Seasick Steve niet echt. Sterker nog, de beste man vergat jarenlang wat belangrijke ijkpunten aan z’n toch al bijzondere levensverhaal toe te voegen en joeg daarmee een tijdje geleden de critici tegen zich in het harnas. Maar fuck de critici, Steve stapt op deze vroege maandagochtend doodgemoedereerd, kwiek en opgewekt als altijd het enorme podium op, slechts geflankeerd door vaste drummer/partner in crime Dan Magnusson. Vijf jaar geleden stond het tweetal op dezelfde dag op hetzelfde podium (zij het één treetje hoger) met hetzelfde recept: sympathieke, gruizige do-it-yourself-blues, die het veld vermaakt en bij de les houdt zonder dat men zich daar al te veel voor hoeft in te spannen. You can’t teach an old dog new tricks, zo heette een van z’n vorige platen, en dat is de waarheid als een koe. Dit is Steve z’n trucje, voor zover je van een trucje kan spreken: wie hem tevreden tokkelend op de meest bizarre snaarinstrumenten op die grote Mainstage ziet zitten, kan er zo een typische front porch bij verzinnen. Of zo’n oude schommelstoel, in een rommelige woonkamer, met het zonnige veld als kamerbreed tapijtje voor z’n neus. De man is op z’n gemak, en wij ook. Pinkpop houdt van Steve, hoe oud ie ook is, hoeveel disco- of hippieplaten hij ook gemaakt heeft. De man is hier, speelt een leuk mopje, maakt elke keer weer nieuwe vrienden en bewijst vooral: haat heeft niets met baarden te maken.

Verrek, als we ons snel naar de 3FM Stage spoeden voor een van de meest geanticipeerde optredens van deze maandag, rijdt Steve gewoon weer zwaaiend voorbij, in de passagiersstoel van een van de runner-busjes. Koud van het podium wil ook hij natuurlijk even kijken bij Rag ‘N’ Bone Man, de onbetwiste sensatie onder de jonge Engelse singer-songwriters. Hier geen kwelende, emotionele jongen met conservatoriumstem en subtiel gitaartje. Nee, een boom van een kerel, vol tattoos en piercings en qua aanblik ontzagwekkender dan de mannen van Five Finger Death Punch bij elkaar. Een typisch gevalletje ruwe bolster, blanke pit. En een publiekstrekker bovendien: het veld voor de 3FM stage staat binnen een paar nummers zo vol dat er, net als bij Stromae en Kensington ooit op ditzelfde veld, gewoon niemand meer tussen kan. Al die mensen komen natuurlijk voor Human – zowel de single als de plaat – waarmee deze Rory Graham het afgelopen jaar hoge ogen gooide en sindsdien maar nieuwe meters blijft maken. We zien de tengere Seasick Steve voor ons in de coulissen, kijkend naar wat wij hier wel z’n jongere zelf durven te noemen. Ook Rag ‘N’ Bone Man heeft de uitstraling, de blues, de gunfactor en de draagkracht om met z’n toch wat intieme songs een groot publiek te overtuigen. Alleen dan alles net een paar grammetjes meer: hiphop en soul spelen ook mee, Rag ‘N’ Bone Man heeft een volle band achter zich. En natuurlijk hits: Human wordt heel handig als één na laatst op het bomvolle terrein afgevuurd. Waarop de uittocht naar de Mainstage alvast voorzichtig begint – in het besef dat eigenlijk deze jongen daar had moeten staan.

Maar nee, op Main treffen we Guus Meeuwis. Pop met een grote P. De komst van de Brabantse volksheld, in al die jaren van zijn loopbaan nooit op Pinkpop geweest, wordt op het terrein  vooraf veel geanalyseerd. Gaat dat wel goed, vragen sommige collega-journalisten zich hardop af vlak voor hij begint. Die vraag stellen is hem tegenwoordig meteen beantwoorden. Want als er al enige twijfel was, is die al bij de opkomst van Guus direct verdwenen. Tot ver achter de geluidstoren gaan de handen gewoon in de lucht. Niemand protesteert, integendeel! Grenzen vervagen razendsnel als Meeuwis met vakkundige uitvoeringen van hits als Het Is Een Nacht en Geef Mij Je Angst Pinkpop nog aan het meezingen krijgt ook. Hij heeft hier tien jaar van gedroomd, roept hij nog, terwijl zijn band door ronkt om geen stilte te laten vallen en alle handen weer eens de lucht in gaan. Mooi dat zijn droom uitkomt, maar het geeft wel te denken. Nu Guus Meeuwis de ban heeft gebroken, is dan ook de weg vrijgemaakt voor pakweg Jan Smit? Marco Borsato? Lee Towers? Er zijn grenzen! En, onder de hardcore Pinkpopganger, misschien zelfs een beetje angst. Maar laat dat nou, in deze tijden, op deze Pinkpopmaandag de enige overgebleven vrees zijn waar we na een uurtje Guus mee over het terrein lopen. En kijken we weer verder op het blokkenschema, dan krijgen we daar, eh, een hoop voor terug.

Guus Meeuwis pruttelt nog voort op het hoofdpodium als even verderop, helaas oneerbiedig geprogrammeerd in een kleinere tent, Liam Gallagher van wijlen Oasis Rock ‘n’ Roll Star inzet. Die begintonen alleen al zetten heel wat festivalgangers op scherp. Eindelijk een artiest die het graag een beetje spannend houdt. Die onberekenbaar is. Naar wiens mening geluisterd wordt. Alles waarop je hoopt gebeurt: Engelsen vallen elkaar in de armen, er zijn Manchester City-vlaggen, Liam roept dingen die niemand verstaat. Zorg voor elkaar en blijf veilig, zegt hij tot slot. Veel minder dan een dag eerder op het benefiet in Manchester gaat het vandaag om energie, om kracht en om woede, niet om ontroering. Dus klinkt Slide Away (weer van Oasis ja) hard, en is ook zijn nieuwe werk vooral stevig. Over ontroering gesproken: die is er wel, want de Engelsen zetten met elkaar Live Forever in als het optreden erop zit. Community singing is dit, rechtstreeks uit het hart, en zo beladen dat je er kippenvel van krijgt. Zelfs hier op Pinkpop, waar de bewaking – zichtbaar en onzichtbaar – een dikke pluim verdient voor het veilig houden van dit festival in sombere tijden. Hulde.

Ook een pluim voor Deryck Whibley, frontman van Sum 41. De kleine blonde zanger balanceerde drie jaar geleden op het randje van de dood toen hij met een zware alcoholverslaving een maand in het ziekenhuis lag. Een lange weg volgde – hij moest letterlijk opnieuw leren lopen, gitaar spelen, alles – maar hij is terug! Met comebackalbum 13 Voices stond de band afgelopen jaar al op Lowlands en ook de Melkweg en 013 werden al met een bezoekje vereerd. Moet je zo’n jongen, die nog altijd zo broos is, zoveel laten toeren? Het moet bij hem uit z’n tenen komen vandaag. Wat ook niet helpt is dat de rest van de band uit een stelletje saaie kereltjes bestaat. De frontman moet de kar alleen trekken en dat lukt ‘m slechts met vlagen vandaag. Maar ach, de zon schijnt, er is een cover van We Will Rock You, er is een stukje Metallica en natuurlijk zijn er op het einde die twee eigen hits, die twee nummers – In To Deep en Fat Lip – waar iedereen op het veld voor de 3FM Stage op staat te wachten en die de ietwat saaie vijftig minuten daarvoor redelijk goedmaken.

Moederziel alleen stond hij er, Passenger, een paar jaar geleden tijdens zijn doorbraak. En hij reikte ver, op het grote veld. Zo onderscheid je jezelf nou van de rest, dachten we toen al. Nu heeft Mike Rosenberg een band mee en is hij een stuk verder dan in 2013. Passenger weet nu wat hij kan verwachten en speelt daar op in. Soms een cover, dan weer een praatje, dan weer een beetje het tempo omhoog. Het is allemaal gruwelijk voorspelbaar, met het verschil dat deze Passenger wel over hits beschikt die je onthoudt. Het is bij vlagen volop zwijmelen geblazen. Een aparte gewaarwording, direct na Liam Gallaghers opgefokte solodebuut in Landgraaf, maar ook een medicijn voor vermoeide oren. Want die krijgen vandaag toch aardig wat te verduren – en gelukkig maar.

Ongelooflijk maar waar: lang niet iedereen heeft vooraf begrepen wat Prophets Of Rage precies inhoudt. De supergroep van de drie muzikanten van Rage Against The Machine, Public Enemy’s Chuck D en Cypress Hill-rapper B-Real beukte de laatste maanden vanuit America, the great toch al aardig op de wereld (en vooral de gevestigde orde) in, maar als we ons tussen Testify en Take The Power Back gehaast aan de rand van het veld melden, zien we een ouder stel in System Of A Down-shirts, worstelend met een wrap, verbaasd opkijken. Spelen ze nu weer iets van Rage Against The Machine? Ja, mevrouw, dit ís Rage Against The Machine. Althans, voor zover het vandaag de dag mogelijk is de legendarische boosband in stelling te brengen. Vijf meter naar voren kunnen ze het zelf zien: het is niemand minder dan Tom Morello himself die in z’n felgekleurde shirt en eeuwige Arm The Homeless-gitaar de troepen aanvuurt. Veertigers of niet, de SOAD-meneer en mevrouw kijken elkaar twee seconden aan, slaken een extatische kreet, smijten de wrap de lucht in en huppelen springend en juichend verder het veld op, het gekkenhuis in. Want een gekkenhuis is het: Prophets Of Rage doet de vlam in de pan slaan. Niet verwonderlijk, wel geruststellend, want alles wat een supergroep met nineties-roots doorgaans fout doet, pakt deze combi wél goed aan.

De knallers van Rage Against The Machine zijn het raamwerk van de set en er gaat uiteraard niets boven klassiekers van weleer die vol vuur en passie door the real thing worden gespeeld. Dat is mede de verdienste van de twee nieuwe frontmannen: zij hebben de brandende lucifer in de oliebron gegooid. En niet alleen zijn het fucking Chuck D en fucking B-Real, als onwaarschijnlijk duo wisselen ze elkaar nog fantastisch af ook. Chuck D verdeelt en heerst, rustig en gedecideerd. B-Real, getooid in Arabische hoofddoek, vlamt en bijt zoals ie dat in het knetterstonede Cypress Hill al decennia niet meer heeft gedaan. Missen we Zach de la Rocha in de RATM-songs? Welnee. De huidige opstelling haalt misschien de hoogste noten niet, maar compenseert dat met intensiteit en autoriteit. Tekenend is dat de hiphop-uitjes naar de andere bands van beide grootheden met minstens evenveel gekte onthaald worden als de als vanouds stampende Rage-tracks. Van Bullet In The Head naar Insane In The Braina small step for man but a giant leap for mankind. Tegen het eind van de set wordt er even gas teruggenomen. Know Your Enemy krijgt Audioslave’s Cochise als outro mee (jaren geleden stonden de boys hier op hetzelfde podium nog met die ándere supergroep) en dan verschijnt Serj Tankian ten tonele om vol bezieling Like A Stone te zingen, ter nagedachtenis aan hun gezamenlijke vriend Chris Cornell. Plechtig, zuiver, oprecht, mooi. En wat zal het SOAD-stel van zoëven in z’n nopjes zijn met deze verrassing. De nieuwe original Unfuck The World brengt ons weer met een knal terug in de realiteit van het moment. Woede en berusting – de wereld in een notendop, deze mannen hebben het allemaal in huis en weten het nog in een uurtje te proppen ook. Met verwachte Killing In The Name drukt het uitzinnige veld nog even een stampend stempel op deze historische ervaring: we zullen Prophets Of Rage niet licht vergeten. 

Maar het nineties-feestje is nog lang niet compleet: bij de oversteek naar Main lopen we pardoes tegen Live op. Live! Mét Ed, Chad, Chad en Pat, weer gebroederlijk op één podium. Hoe zou dat dit keer zitten met de vermaarde lead singer bonus? Ed Kowalczyk vroeg ooit 100.000 (!) dollar extra voor een show omdat hij de zanger was, reden voor Live om met knalharde ruzie uit elkaar te gaan. Een reünie? Nee, daar was volgens Kowalczyk tot pakweg vorig jaar nog absoluut geen sprake van. Maar de heren zijn terug, overigens zonder drang naar vernieuwing. Dus klinkt Lightning Crashes, dit keer pompeus als gebed voor de wereld in nood aangekondigd, over de weide. Net als I Alone, The Dolphin’s Cry, Lakini’s Juice en uiteraard de hemeltergende ballade Overcome. Hebben we ze gemist? Heeft nu optreden enige relevantie? Je kunt er grote vraagtekens bij zetten, maar laten we houden bij de feiten: Ed is goed bij stem, de band klinkt niet roestig, en we spotten ook helemaal achteraan met hun rug naar het podium honderden fans die elk nummer woord voor woord kunnen meezingen. Live lééft, letterlijk en figuurlijk. 

We hebben het ons, bivakkerend bij de 3FM-stage, vandaag vaker afgevraagd: waarom staat de act die nu speelt niet een paar honderd meter naar het zuiden? Rag ‘N’ Bone man had het momentum, Prophets Of Rage de reikwijdte en System Of A Down, dat het tweede podium nu afsluit, de status. Althans, bands van het niveau Ziggo Dome worden toch meestal op Main gestald, maar daar werd vandaag dus gekozen voor luchtiger kost. Hoe dik ook omcirkeld op het blokkenschema, ergens is deze spot voor SOAD ook wel te begrijpen. Een legendarische band, geëngageerd tot in de derde macht bovendien, die desondanks maar niet actueel wil worden, zo lijkt het. Toen ze vier jaar geleden voor het eerst sinds jaren weer eens in ons land optraden, was de grote vraag al waar de nieuwe nummers (of zelfs de nieuwe plaat) bleven – het ingenieuze tweeluik Mesmerize/Hypnotize stamt immers alweer van 2005. Ook vandaag in Landgraaf geen tipjes van sluiers, Tankian en kompanen duiken in volle vaart het archief in en komen daar gelukkig allesbehalve stoffig uit.

Slordig waren ze altijd al een beetje. Vijftien jaar geleden moest System Of A Down op exact ditzelfde podium hun vlijmscherpe doorbraakplaat Toxicity in al z’n finesses waarmaken en dat lukte natuurlijk niet in een uurtje tijd, ook nog eens getergd door technische mankementen. Vandaag loopt alles op rolletjes, een tweede stemmetje of heel moeilijk dubbel zanglijntje daargelaten. Gitarist Daron Malakian is de eigenlijke blikvanger: maniakaal kijkt hij vanonder zijn hoedje het veld over, gillend en tierend in de microfoon, als de belichaming van de excentriciteit die de muziek van System Of A Down zo aantrekkelijk maakt. De facto frontman Serj Tankian is daar tegenover eerder een baken van rust. Zoals Chuck D een klein uurtje eerder ook duidelijk de zaak onder controle hield, kalm en berekenend de gekte dirigerend. En net als een uur eerder gaat het voor z’n neus opnieuw goed los. Niet zo massaal als bij Prophets Of Rage, wel een stuk steviger in de frontpit. Maar wat wil je ook: in hoogsteigen persoon moshen op Suite-Pee, Bounce, Psycho, Chop Suey! of B.Y.O.B. met de makers voor je neus lukt je niet in het plaatselijke jeugdhonk. Hoewel, jeugdhonk… Na een stevig uurtje keiharde nostalgie zien we vooral zielsgelukkige, totaal gesloopte dertigers en veertigers van het veld afdruipen. Ze hebben de kids eens even laten zien hoe ze dat deden, vijftien jaar geleden, grotendeels op deze zelfde nummers. Zo liggen de roots van de highlights van 2017 een dikke generatie geleden. Maar de herinnering is, mede dankzij dit late, ziedende een-tweetje op de 3FM Stage, in ieder geval weer levend.

Plichtmatig of intens? Geen journalist die eruit komt na een optreden van Kings Of Leon. Ook dit keer weer is er al snel kritiek. Een greep uit wat we horen en lezen: Caleb zegt niks! Er is geen vuurwerk! Ze geven geen gitaren weg en er mag niemand het podium op! Inderdaad niet. Maar dat zijn ook helemaal niet de maatstaven waarmee je moet meten als het om een optreden van deze jongens uit het diepe Zuiden gaat. Aan clownerie doen ze niet, nooit gedaan ook, aan intens spelen dit keer wel. Gelummeld wordt er niet in de stortvloed aan invloedrijke rockhits. Veel meer dan tijdens de vorige keer hier staat het vizier op scherp. Neem On Call, dat over het terrein giert. Doe je ogen dicht en de band voert je mee ‘down south’, doe je ogen open en je ziet een lichtshow, maar een statische band, en dientengevolge een apathisch publiek. De stevige dosis kwaliteit gaat aan veel van de volhouders op dit laatste Pinkpopmoment voorbij. Hebben we dan echt liever een roze konijn dat grappig doet dan een serieuze rockzanger die een stevige drankverslaving te boven is gekomen en hier nu komt laten horen wat hij kan, met z’n living and breathing rock & rollband?. Het is hun keuze, maar ook hun gemis. Een ding moeten we de non-believers nageven: de koek is wel erg snel op, ons blokkenschema heeft nog ruimte voor een dik half uur, waar andere afsluiters in het verleden hun shows moesten inkorten om niet over de curfew heen te gaan.

Oh well, in het zuiden van de States noemen ze dat taking care of business. Wham, bam, thank you ma’am – want ja, het Pinkpopmeisje is natuurlijk geen meisje meer, ze wordt volgend jaar zelfs 49! We weten inmiddels dat de komende editie van Pinkpop later in juni zal plaatsvinden dan gebruikelijk en geef de organisatie eens ongelijk: de vijver om in te vissen is dan een stuk voller, de concurrentie van andere grote festivals wellicht iets pittiger, maar met een driedaags programma zoals ons dat deze laatste Pinkpopmaandag is voorgeschoteld moet dat geen probleem zijn. Zeker niet met de status, de goodwill, en bovenal de niet te ontkennen sfeer van ontspanning, avontuur, comfort, gepaste gekte en, ja, toch ook veiligheid waarmee we dit jaar weer drie dagen lang over het Megaland liepen.

Pinkpop is altijd something special, zelfs in een tussenjaar als 2017, waarin het zich aan de ene kant meer dan ooit beriep op z’n verleden maar ook experimenteel en eigentijds toonde door de jeugd vrij baan te geven. En als die de kar dan toch niet blijken te kunnen trekken (oké, Garrix maakte veel goed), dan nemen de ervaren jongens het stuur wel weer over. Retro is niet erg, herhaling ook niet, al liggen routine en verveling op de loer – zaken die door een broodnodige datumswitch in 2018 ongetwijfeld kunnen worden getackled. En zo maken we de balans op van Pinkpop 2017. Eén wonderlijk schouwspel in de vorm van een hysterisch popconcert, twee festivaldagen waarop het publiek toch z’n weg weer vond. Wie dat wilde, kon zelfs z’n eigen droomeditie samenstellen uit een kwarteeuw Pinkpophistorie. Kings Of Leon, Green Day, Kaiser Chiefs, System Of A Down, Prophets Of Rage (Against The Machine), Live, Liam, Ashcroft, Biffy, Rancid, White Lies, Passenger, Seasick Steve, Kensington, de Cheffies – stuk voor stuk passeerden ze eerder de revue, highlights van Pinkpops past, om nu in een greatest hits-achtige collage het oudste festival van Nederland door een moeilijk jaar heen te loodsen. They did it. Wij allemaal, overigens. En de belangrijkste vraag kunnen we nu ook nog stelliger beantwoorden: voelden we ons veilig? Did we feel safe? Natuurlijk. In de armen van het Pinkpopmeisje altijd. En zolang Lee Towers maar weg blijft…

Door Willem Bemboom en Anton Slotboom / Fotografie: Paul Barendregt

Deel dit artikel

Meest gelezen artikelen

Gratis vinyl bij een abonnement op <span class="oor">OOR</span> (vanaf 36 euro)!
abo-actie

Gratis vinyl bij een abonnement op OOR (vanaf 36 euro)!

OOR deelt uit! Neem een halfjaar- of jaarabonnement op OOR en kies je vinyl. Met nieuwe lp's van Pearl, English ...
The Tortured Poets Department
pop
Taylor Swift

The Tortured Poets Department

OOR-collega Thomas Snoeijs noemde Taylor Swift onlangs ‘de grote winnaar van de wereldwijde aandachtseconomie’. Een betere omschrijving van de Amerikaanse ...
Keane in AFAS Live: heel veel vrees, erg weinig hoop
concert

Keane in AFAS Live: heel veel vrees, erg weinig hoop

Naast me zit iemand gebiologeerd ieder cameraperspectief in en rondom zijn huis te bekijken. Hij ziet er niet bepaald uit ...

Pinkpop dag 3: geef mij je angst