ABONNEE EN WIL JE VERDER LEZEN?
BEN JE NOG GEEN LID?
Leggen we de negen tot dusver verschenen studioalbums naast elkaar, dan tekent zich een vergelijkbaar evenwicht af: tegenover elke mindere plaat staat een redelijk geslaagde, en die ene zeperd (was dat nou No Code of Yield?) was snel vergeten toen de wederopstanding (was dat nou Riot Act of Pearl Jam?) zich aandiende. Meetbare muzikale ontwikkeling in achttien jaar? Te verwaarlozen. Kortom, het is waarschijnlijk fantastisch om Pearl Jam-fan te zijn, maar ook doodsaai en voorspelbaar. Goed. Backspacer. Elf songs in 37 minuten. Vijf uptempo rockers, drie ballads en drie typische, epische Pearl Jam-krakers van het soort dat zich zo lekker laat oprekken in goedgevulde arena’s. Weinig politiek (leve Obama!), veel persoonlijke verwijzingen naar heden en vooral verleden. Pearl Jam graaft zich autobio. Sterke songs? Mwah. Laten we zeggen: gedreven, transparant en to the point. En Vedder is in vorm, vooral in de ballads, die maken dat je meteen zin krijgt om die door hem volgezongen soundtrack van Into The Wild weer eens op te zetten (of dat een goed teken is, betwijfel ik). Maar écht onder de huid kruipen en aan je kop zeuren doen al die songs, zelfs na een luisterbeurt of zeven, niet. Dát gedrag blijft voorbehouden aan de eeuwige hits van Ten, maar laten we daar niet weer over beginnen. ERIK VAN DEN BERG