‘Ik wil gewoon weirde shit maken’, vertelde S10 aan 3voor12. Toch heeft haar nieuwe album genoeg te bieden voor wie songfestivalinzending De Diepte al gek genoeg vond. In het hart van de plaat wordt dat nummer gevolgd door Hoor Je Mij – dat eveneens gemaakt lijkt met het grote podium in Turijn in gedachten – en een zoet-kabbelend liedje met Bløf.
Daartegenover staan bijvoorbeeld de dof rockende albumopener Zondagskind en Wat Als Niemand Op Mij Wacht, waarin een vriendelijk walsje transformeert in een heuse clubbanger. Dat zijn ook zo ongeveer de polen die S10 in zich verenigt. Ze is de jonge vrouw die grenzeloos van haar jeugd geniet, maar ook het onzekere kind dat nauwelijks weet hoe je leven moet. Het levert een bont album op. Maar weird? Zo zou ik het niet willen noemen, zeker niet vergeleken met haar eerdere platen. De zonderlinge wirwar van rap, zang en spoken word is verdwenen, ze zingt alleen nog maar. De teksten zitten vol gemeenplaatsen: er staan dingen geschreven in de sterren, er drukken gewichten op schouders en ‘gister leek vandaag nog zo ver weg’. Haar grillige zangstem is gebleven en ze komt regelmatig verrassend uit de hoek (‘Ik zit in de tram, iedereen kijkt zo saai, daarom vind ik ze eng’), maar toch. Luisteren naar S10 was altijd een cursus zelfredzaamheid. Haar werk refereerde nauwelijks aan wat al bestond, het leek een soort oermuziek die nergens op geënt was of juist op alles tegelijk. De opwindende gewichts- en stuurloosheid van weleer is op dit album ver naar de achtergrond verdwenen.